Het Nederlandse pensioenstelsel wordt vernieuwd. De regering maakte in 2019 nieuwe afspraken samen met de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en legde deze vast in het Pensioenakkoord. Deze afspraken zijn inmiddels uitgewerkt in het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen. De wetgeving is nog niet definitief: net voor de kerst heeft een meerderheid van de Tweede Kamer voor de Wet Toekomst Pensioenen gestemd. De wet wordt nu aangeboden aan de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de wet staat vooralsnog op 1 juli 2023 met een implementatieperiode tot 1 januari 2027.
Een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen is ‘invaren’. Hieronder leggen we uit wat invaren is en wat daarbij belangrijk is.
Wat is invaren?
Met invaren worden de pensioenaanspraken en pensioenrechten die zijn opgebouwd in de huidige pensioenregeling omgezet naar de toekomstige nieuwe pensioenregeling. Invaren is geen wettelijke verplichting, maar is wel als standaard pad gedefinieerd in de Wet Toekomst Pensioenen. De wetgever ziet invaren als belangrijk onderdeel om het nieuwe pensioenstelsel tot een succes te maken. De wetgever geeft daarvoor, onder andere, de volgende argumenten in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel:
- Door invaren worden de voordelen van het nieuwe pensioenstelsel ook van toepassing op de al opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten;
- Door invaren kunnen uitkeringen sneller jaarlijks worden verhoogd (maar als het tegenzit ook sneller worden verlaagd);
- Bij invaren ontstaat geen scheiding tussen het al opgebouwde pensioen en het in de toekomst nog op te bouwen pensioen. Daardoor kunnen risico’s binnen en pensioenfonds beter worden gedeeld met alle (voormalige) deelnemers;
- Ook de kosten zijn lager als voor invaren wordt gekozen. In dat geval is er sprake van één pensioenregeling. Als de oude pensioenregeling blijft bestaan naast de nieuwe pensioenregeling brengt dat extra kosten met zich mee.
Wie beslist of er wordt ingevaren?
Een onderbouwde keuze voor het wel of niet invaren ligt in eerste instantie bij de sociale partners: werkgever DNB en de betrokken vakbonden. Zij kunnen besluiten een verzoek te doen aan het pensioenfonds tot invaren. Het pensioenfonds neemt vervolgens een zelfstandig besluit voor het wel of niet accepteren van dit verzoek. Het pensioenfonds beoordeelt daarbij of zij invaren evenwichtig vindt voor alle belanghebbenden (medewerkers van DNB, oud-medewerkers en pensioengerechtigden).
Gedurende het proces krijgt een vereniging van oud-medewerkers en/of pensioengerechtigden hoorrecht waarbij ze de mogelijkheid hebben om hun mening te geven over het besluit van sociale partners.
Wat zijn de gevolgen als er niet wordt ingevaren?
Werkgever DNB volgt in principe het standard pad van de wetgever, tenzij dit leidt tot een onevenwichtige situatie, bijvoorbeeld als er een onevenredig nadeel ontstaat voor één van de groepen belanghebbenden (medewerkers, oud-medewerkers en pensioengerechtigden). Hoe het precies uitpakt voor deze groepen wordt nog nader onderzocht. Als er niet wordt ingevaren, worden de bestaande pensioenregeling gesloten. Deze wordt dan afgescheiden van de nieuwe pensioenregeling. Er wordt geen premie meer voor de oude pensioenregeling betaald en er komen ook geen nieuwe pensioendeelnemers meer bij. Dit betekent dat de gemiddelde leeftijd van deelnemers stijgt en de groep deelnemers steeds kleiner wordt. De gevolgen daarvan worden meegenomen in de afweging die wordt gemaakt rondom invaren.
In januari 2022 is binnen DNB een project van start gegaan om de pensioenregeling aan te passen aan de regels van het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel. In dit bericht geven wij een update van de stand van zaken.
Hoe zat het ook alweer?
Het Nederlandse pensioenstelsel wordt de komende jaren vernieuwd. Net voor de kerst heeft een meerderheid van de Tweede Kamer voor de Wet Toekomst Pensioenen gestemd. De wet wordt nu aangeboden aan de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de wet staat vooralsnog op 1 juli 2023 met een implementatieperiode tot 1 januari 2027.
Projectgroep
In januari 2022 is een projectgroep van start gegaan om te onderzoeken wat de impact is van de te maken keuzes in deze pensioentransitie. In deze projectgroep zitten vertegenwoordigers van DNB, van de vakbonden en van Pensioenfonds DNB. Ook de Belangenvereniging Pensioengerechtigden denkt mee. De projectgroep bespreekt en
onderzoekt de verschillende onderdelen van het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel die de huidige pensioenregeling van DNB raken. Op basis van de uitkomsten van deze
overleggen maken de sociale partners -op dit moment nog voorlopige- keuzes. De keuzes zin voorlopig, omdat er veel afhankelijkheden zijn tussen de verschillende onderwerpen. In de komende periode word daar nog vervolgonderzoek naar gedaan.
Daarnaast zijn de keuzes afhankelijk van de definitieve wet- en regelgeving en/of ontwikkelingen in de mark die kunnen leiden tot nieuwe of gewijzigde inzichten. Afhankelijk van de uitkomsten van het vervolgonderzoek en de definitive wetgeving nemen de sociale partners de definitive besluiten voor een nieuwe pensioenregeling
Wat heeft de projectroep tot nu toe gedaan?
Als eerste stap heeft de projectgroep gekeken naar het soort regeling. Daarbij hebben de sociale partners, DNB en de vakbonden, een voorlopige voorkeur uitgesproken voor één van de twee smaken, namelijk de solidaire premieregeling. Wat dit precies inhoudt, kun je teruglezen in dit nieuwsbericht. Ook hebben we je hierover geïnformeerd tijdens de medewerkersbijeenkomst van 14 juni 2022.
Als volgende stap heeft de projectgroep verkennend onderzoek gedaan naar het ‘invaren’. Invaren is de term die wordt gebruikt voor het overdragen van de pensioenrechten en – aanspraken die zijn opgebouwd onder de huidige wetgeving naar het nieuwe pensieonstelsel. Invaren gaat dus niet over de toekomstige opbouw van je pensioen, maar over de al opgebouwde aanspraken en rechten. In de nieuwe wetgeving geldt invaren als het standaardpad. Ons verkennend onderzoek laat op dit moment geen belemmeringen zien voor invaren, en dat betekent dat we dit pad nader gaan onderzoeken.
De afgelopen maanden is de projectgroep verder gegaan met het in kaart brengen van twee onderwerpen: het nabestaandenpensioen en de hoogte van de pensioenpremie & de hoogte van de pensioenuitkering die je vanaf pensioenering kunt verwachten (de pensioenambitie). Over deze onderwerpen nemen we nog geen (voorlopige) besluiten maar brengen we in kaart welke wijzigingen er met de nieuwe wet aankomen en wat de impact hiervan is. De informatie it dit onderzoek is nodig voor sociale partners om bij de latere onderhandelingen over de pensioenregeling tot een complete pensioenafspraak te komen.
Wat gaat de projectgroep de komende tijd doen?
De komende maanden gaan we verder met het in kaart brengen van de te maken keuzes in het nieuwe pensioenstelsel. Daarnaast volgen we de ontwikkelingen rondom de behandeling van de Wet toekomst pensioenen in Den Haag op de voet.
Waar kun je meer informatie vinden?
Vanuit verschillende kanten houdt de projectgroep je op de hoogte van de voortgang en gemaakte (voorlopige) keuzes. DNB doet dat via de pensioenlandingspagina op @DNB. Het pensioenfonds informeert je via de eigen website van het pensioenfonds.